In deze blog ‘Vernet Verdieping’ nemen we jou als lezer mee in een specifiek onderwerp gerelateerd aan verzuim en inzetbaarheid. Dit keer een met de focus op de verzuimcijfers van het derde kwartaal van 2020; een kwartaal waarin de zorg werd geconfronteerd met de tweede COVID-19 golf. Zien we dat terug in de cijfers? Je leest in deze blog over de ontwikkeling van het verzuim, de meldingsfrequentie, de gemiddelde duur en het verzuim per duurklasse, waarbij we tot slot nog stil staan bij de verschillen die we zien tussen de branches.
Verzuim stijgt verder
We starten deze blog met de zorgbrede cijfers. Het voortschrijdend jaarcijfer van het derde kwartaal 2020 komt uit op 6,6%. Als we terugkijken in de tijd zien we dat het verzuim in de afgelopen drie jaar is gestegen van 5,64% naar 6,60%. Een stijging van 17%. In onderstaande grafiek toont de stippellijn, op basis van historie, een ‘normale’, of ook wel verwachte stijging van het verzuimpercentage. Hier zien we in 2018 duidelijk het effect van de griepgolf terug. Wat verder opvalt is dat de laatste drie voortschrijdende jaren boven de stippellijn uitkomen. Dat is geen goed nieuws. Verzuim was altijd al een aandachtspunt in de zorgsector, maar met de komst van COVID-19 is het probleem opnieuw vergroot.
Verzuim en leeftijd
Als we verder in de cijfers duiken en kijken naar de ontwikkeling van verzuim binnen de diverse leeftijdsgroepen wordt meteen duidelijk dat het verzuim in alle leeftijdscategorieën stijgt. Net als in het voorgaande kwartaal is het verzuim het hoogst bij de oudere werknemers (56 jaar en ouder). Daarnaast valt op dat wederom het verzuim onder jongeren tot 26 jaar het meest stijgt, namelijk 46% ten opzichte van drie jaar geleden.
Meldingsfrequentie
De voortschrijdend jaarcijfers van de meldingsfrequentie zijn redelijk stabiel (zie stippellijn). Opvallend is dat het derde kwartaal van 2020 een hogere waarde laat zien dan het tweede kwartaal. Normaliter geldt dat in het derde kwartaal de laagste meldingsfrequentie voorkomt. We zien nu een afwijking van dat patroon. Dat kan meerdere redenen hebben. Was de meldingsfrequentie in het tweede kwartaal te laag en komt deze nu weer op het normale niveau? Of zien we hier duidelijk het effect van de tweede COVID-19 golf?
Gemiddelde duur
We krijgen vaak de vraag: hoeveel dagen zijn werknemers gemiddeld ziek en loopt dit aantal op tijdens de COVID-19 crisis? Het antwoord op die vraag is ja. We zien bij de gemiddelde duur een duidelijke stijging. De gemiddelde duur in het voortschrijdend jaar is 26,5 dagen, het hoogste aantal in de geschiedenis van Vernet.
Duurklassen: aandacht voor lang en extra lang verzuim
Bij Vernet maken we onderscheid tussen kort, middel, lang en extra lang verzuim. Sinds begin dit jaar zien we een stijging van het verzuim in de duurklasse 15 t/m 91 dagen (middel). Maar ook het verzuim in de duurklassen lang en extra lang neemt toe. Het langdurig verzuim is bijna 3%, in vergelijking met drie jaar geleden is dit een stijging van 20%. Ook de categorie extra lang is gestegen, namelijk met 21%. Het langdurig verzuim is nooit zo hoog geweest. In deze tijden is het belangrijk om juist ook voor dit verzuim aandacht te hebben.
Branches: voor het eerst verschillen
We sluiten af met de verschillen die we zien tussen de branches. Voor het eerst in jaren zien we dat de vier grote branches niet hetzelfde patroon laten zien. Uit de cijfers blijkt dat het verzuimpercentage in de GGZ nagenoeg stabiel is en daarmee afwijkt van de andere drie branches: GHZ, ZKH en VVT. In deze drie branches stijgt het verzuim. In lijn met eerdere berichten kent de VVT-branche het hoogste verzuimpercentage.
Heb je vragen? Mail naar info@vernet.