INLEIDING
Het verzuim in de zorgsector lijkt over zijn hoogtepunt heen. Na 2022 als zwaarste jaar is in 2023 de daling ingezet, maar deze daling zwakt wel steeds meer af. Bij de analyse naar duurklasse blijkt dat vooral het korte verzuim is afgenomen. Het extra lange verzuim neemt nog altijd toe.
Voor bedrijfsvoering is de duur van het verzuim een belangrijk gegeven: langdurig verzuim betekent hoge verzuimkosten en werknemers die langdurig niet inzetbaar zijn. Daarom nemen we in 2024 elk kwartaal de verzuimduur onder de loep. We doen dit ook nu weer aan de hand van voortschrijdende kwartaalcijfers om de seizoeneffecten uit te sluiten en een idee te krijgen van welke kant het opgaat met de verzuimduur.
VERZUIM NAAR DUURKLASSE
Als we het verzuim opdelen naar duurklasse blijkt om te beginnen dat het korte verzuim van 1 t/m 14 dagen na een extreme piek in 2022 op de weg terug is naar het oude niveau van ongeveer één procent. En ook het middellang verzuim van 15 t/m 91 dagen is bijna weer gelijk aan het verzuim van voor de corona-epidemie.
Duurklasse 92 t/m 365 dagen heeft standaard het grootste aandeel in het totale verzuimpercentage. Daarom is het goed nieuws dat we ook in deze categorie een licht dalende beweging zien.
Alleen het verzuim in de hoogste duurklasse van 366 dagen en meer, wat we ook wel het extra lange verzuim noemen, groeit verder. Vanaf kwartaal 4 van 2023 (voortschrijdend) is het zelfs hoger dan twee procent.
VERZUIM PER LEEFTIJDSKLASSE IN DUURKLASSE MEER DAN 365 DAGEN
Bij verdere verdieping van het extra lange verzuim naar leeftijdsklasse zien we alleen onder werknemers jonger dan 26 jaar een daling ten opzichte van 2023. In de leeftijdsklassen van 26 tot en met 45 jaar is het extra lange verzuim licht toegenomen vergeleken met 2023.
Bij de werknemers boven 55 jaar is het extra lange verzuim wederom toegenomen. Ruim een kwart van het zorgpersoneel behoort tot deze groep en dit percentage neemt elk jaar toe. Zetten beide trends door, dan zal het langdurig verzuim blijven toenemen.
VERZUIM PER DEELTIJDKLASSE IN DUURKLASSE MEER DAN 365 DAGEN
Verdeeld naar deeltijdklasse is het totale verzuim altijd het hoogst onder werknemers die veertig tot tachtig procent werken. Bekijken we alleen het extra lange verzuim, dan zien we dat dit ook het hoogst is bij werknemers die veertig tot tachtig procent werken. Opvallend is dat het extra lange verzuim bij deze werknemers nog steeds blijft stijgen. Dit betreft zo’n 53 procent van de zorgmedewerkers.
WERKNEMERS MET MEER DAN TWEE JAAR VERZUIM
Vernet berekent van alle werknemers hoeveel kalenderdagen zij ziek zijn geweest. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de parttimefactor en als twee ziekteperioden kort op elkaar volgen (minder dan 28 dagen) worden de dagen van die twee perioden bij elkaar opgeteld. Deze berekening vormt de basis voor het percentage werknemers met twee jaar verzuim.
Betrof deze groep in de jaren vóór 2020 nog zo’n 0,4 procent van de verzuimende werknemers, in kwartaal 2 van 2020 (voortschrijdend) is het percentage werknemers gestegen naar 0,59. Nu in kwartaal 2 van 2024 (voortschrijdend) is het zelfs opgelopen naar 0,92 procent. In zes jaar tijd is het aantal werknemers dat twee jaar ziek is dus ruim verdubbeld.
Hoewel het bij de werknemers onder 26 jaar slechts een kleine stijging betreft, zien we het percentage werknemers met twee jaar verzuim in alle leeftijdsklassen toenemen. Bij de oudere werknemers is de stijging weliswaar eerder ingezet, maar de jongere werknemers volgen de stijgende trend.
CONCLUSIE
Het extra langdurig verzuim vraagt nadrukkelijk om aandacht. Steeds vaker lukt het zorgmedewerkers niet om binnen twee jaar te herstellen en hun werkzaamheden weer op te pakken. Dit legt druk op zorgorganisaties en hun werknemers. Vooral de oudere werknemer wordt getroffen. Dat is zorgwekkend aangezien een groot deel van het zorgpersoneel tot deze groep behoort. Met de huidige verzuimontwikkeling lijkt het erop dat het extra langdurig verzuim nog verder toe zal nemen.