Vernet Verdieping: Analyse – personeel en verzuim naar deeltijd

INLEIDING

In de berichtgeving over de personeelstekorten in de zorgsector wordt regelmatig het verhogen van de deeltijdfactor als één van de oplossingen genoemd. Maar hoe hoog is nu eigenlijk die deeltijdfactor, wat zijn de ontwikkelingen hierin en wat is het verzuim in de verschillende deeltijdklassen? Vernet duikt hier verder in.

In deze analyse nemen we de voortschrijdende cijfers als basis, daarmee kijken we naar de structurele ontwikkeling van deeltijd en verzuim. De cijfers zijn gebaseerd op ruim een half miljoen medewerkers in loondienst in de sectoren algemene ziekenhuizen, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg en verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg.

ONTWIKKELING DEELTIJDFACTOR

Het gemiddelde deeltijdpercentage zorgbreed is 72,1% in kwartaal 2 van 2024 (voortschrijdend). Kijken we naar de ontwikkeling van de afgelopen acht jaar, dan zien we dat het gemiddelde deeltijdpercentage elk jaar is gestegen. De gemiddelde contractgrootte is dus elk jaar toegenomen.

In de ontwikkeling van de verschillende deeltijdklassen die Vernet onderscheidt is dit duidelijk terug te zien. Het percentage medewerkers dat minder dan veertig procent werkt is afgenomen van 11% in 2017 naar 8% in 2024. Had in 2017 ruim 20% van de medewerkers een contractgrootte tussen de veertig en zestig procent, nu is dat nog 16%.

Tegelijkertijd is het aandeel werknemers met een contractgrootte tussen de zestig en tachtig procent met vijf procentpunt toegenomen sinds 2017. Ook het aandeel werknemers dat tachtig procent of meer werkt stijgt richting de 40%.

Zoomen we nog verder in op de verschillende deeltijdklassen dan zien we dat het percentage werknemers in het tweede kwartaal van 2024 (voortschrijdend) vergeleken met een jaar eerder in de categorie <40% het sterkst is afgenomen en in 80-90% het sterkst is toegenomen.

VERZUIM PER DEELTIJDFACTOR

De ontwikkeling van het verzuimpercentage per deeltijdklasse laat zien dat verzuim het hoogst is bij de medewerkers in de categorie 40-60%. Het verzuim is het laagst bij de kleinste en grootste contracten. Deze trend blijft in alle periodes gelijk, verzuim in categorie 40-60% is altijd het hoogst.

Bij verdere uitsplitsing van de deeltijdklassen valt op dat het verzuim in de categorie 50-60% veruit het hoogst is. De verzuimpercentages worden vervolgens lager naarmate de contractomvang toeneemt, met het laagste verzuim bij de fulltime werkenden.

DEELTIJDFACTOR PER LEEFTIJD

Bij verdieping naar deeltijd is het interessant om te weten in welke mate er in deeltijd wordt gewerkt in de verschillende leeftijdsklassen. Van de jongere werknemers t/m 35 jaar heeft het merendeel een contractgrootte van tachtig procent of meer. Vanaf 36 jaar heeft het grootste deel van de werknemers een contract tussen de zestig en tachtig procent. Naarmate de leeftijd verder toeneemt, neemt ook het aandeel kleine contracten verder toe.

Dit zien we ook in de gemiddelde deeltijdpercentages per leeftijdsklasse terug. De leeftijdsklasse 26 t/m 35 jaar heeft met bijna 80% het hoogste gemiddelde deeltijdpercentage. Naarmate de leeftijd verder toeneemt, neemt het gemiddelde deeltijdpercentage af.

In de afgelopen 3 jaar zijn de gemiddelde deeltijdpercentages in de leeftijdsklassen tussen 26 en 55 jaar toegenomen. Bij de jongeren en ouderen is het gemiddelde deeltijdpercentage echter vrijwel stabiel gebleven, deze twee groepen zijn hetzelfde aantal uren per week blijven werken.

Eerder zagen we dat het verzuim in de deeltijdklasse 40-60%  altijd het hoogst is, en het laagst bij de grootste en kleinste contracten. Bekijken we dit per leeftijdsklasse, dan zien we dat alleen in de leeftijdsklasse 25 jaar en jonger en 56 jaar en ouder dit patroon afwijkt, daar is het verzuim in deeltijdklasse 60-80%  het hoogst.

Verder zien we binnen elke deeltijdklasse terug dat naarmate de leeftijd hoger is, het verzuim ook hoger is.

CONCLUSIE

Het gemiddelde deeltijdpercentage is elk jaar toegenomen, dit betekent dat zorgmedewerkers elk jaar meer zijn gaan werken. Dit geldt echter niet voor alle werknemers, de jongere en oudere werknemers zijn hetzelfde aantal uren blijven werken.

In de deeltijdklasse 50-60% is het verzuim het hoogst, daarna daalt het verzuim. Hoe meer contracturen, hoe lager het verzuim, met het laagste verzuim bij de fulltime werkenden.

Dit roept de volgende vraag op: als werknemers met een klein contract meer uren aangeboden worden, zal hun verzuim dan dalen?