Verzuimanalyse – verzuimduur 1e kwartaal 2024

INLEIDING

Het lijkt erop dat het verzuim in de zorgsector over zijn hoogtepunt heen is. Na 2022 als zwaarste jaar is in 2023 de daling ingezet. Bij de analyse naar duurklasse blijkt echter dat vooral het korte verzuim is afgenomen. Het extra lange verzuim neemt nog altijd toe.

Voor bedrijfsvoering is de duur van het verzuim een belangrijk gegeven: langdurig verzuim betekent hoge verzuimkosten. Daarom zullen we in 2024 elk kwartaal de verzuimduur onder de loep nemen. We doen dit ook nu weer aan de hand van voortschrijdende kwartaalcijfers om de seizoeneffecten uit te sluiten en een idee te krijgen van welke kant het opgaat met de verzuimduur.

VERZUIM NAAR DUURKLASSE

Als we het verzuim opdelen naar duurklasse blijkt om te beginnen dat het korte verzuim van 1 t/m 14 dagen na een extreme piek in 2022 op de weg terug is naar het oude niveau van ongeveer één procent. En ook het middellang verzuim van 15 t/m 91 dagen is bijna weer gelijk aan het verzuim van voor 2020.

Duurklasse 92 t/m 365 dagen heeft standaard het grootste aandeel in het totale verzuimpercentage. Daarom is het goed nieuws dat we ook in deze categorie een dalende beweging zien.

Alleen het verzuim in de hoogste duurklasse van 366 dagen en meer, wat we ook wel het extra lange verzuim noemen, groeit verder. In kwartaal 1 van 2024 (voortschrijdend) is het zelfs hoger dan twee procent.

VERZUIM NAAR LEEFTIJDSKLASSE IN DUURKLASSE MEER DAN 365 DAGEN

Verdeeld naar leeftijdsklasse zien we dat het extra lange verzuim ten opzichte van 2022 overal stijgt, behalve onder werknemers jonger dan 26 jaar.

Daarnaast zien we dat de toename in de leeftijd van 26 tot en met 45 enigszins gelijk gebleven is in het 1e kwartaal 2024 (voortschrijdend) ten opzichte van 2023.

Onder werknemers in de leeftijd van 46 jaar en ouder is het extra lange verzuim echter toegenomen. Bijna vijftig procent van het zorgpersoneel behoort tot deze groep.

VERZUIM NAAR DEELTIJDKLASSE MEER DAN 365 DAGEN

Verdeeld naar deeltijdklasse is het verzuim altijd het hoogst onder werknemers die veertig tot tachtig procent werken. In deze groepen zien we dat het extra lange verzuim verder stijgt. Zo’n 53 procent van de zorgmedewerkers valt in deze categorie.

In de groepen die minder dan veertig of meer dan tachtig procent werken stabiliseert het verzuim in kwartaal 1 van 2024 (voortschrijdend).

WERKNEMERS MET MEER DAN TWEE JAAR VERZUIM

Vernet berekent van alle werknemers hoeveel kalenderdagen zij ziek zijn geweest. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de parttimefactor en als twee ziekteperioden kort op elkaar volgen (minder dan 28 dagen) worden de dagen van die twee perioden bij elkaar opgeteld. Deze berekening vormt de basis voor het percentage werknemers met twee jaar verzuim.

Voor 2020 betrof deze groep 0,3 tot 0,4 procent van de verzuimende werknemers, totdat het in kwartaal 1 (voortschrijdend) van 2020 steeg het naar 0,58. Nu in kwartaal 1 (voortschrijdend) van 2024 is het zorgbrede totaal zelfs opgelopen naar 0,9 procent.

Hoewel het onder de werknemers van 25 jaar en jonger slechts een kleine stijging betreft, zien we het percentage werknemers met twee jaar verzuim in alle leeftijdsklassen toenemen. Bij de oudere werknemers is de stijging weliswaar eerder ingezet, maar de jongere volgen met grote stappen op de voet.

PERSONEELSOPBOUW

Bij het duiden van de cijfers is het belangrijk om in het oog te houden hoeveel werknemers in een bepaalde categorie worden meegenomen. In groepen met relatief weinig werknemers kunnen namelijk meer extremen voorkomen, die een onevenredig effect kunnen hebben op het gemiddelde.

De berekeningen van Vernet over de voortschrijdende periode van kwartaal 2-2023 t/m 1-2024 zijn gebaseerd op ruim 550 duizend werknemers.

Als we deze indelen naar leeftijdsklasse gekruist met deeltijdklasse, dan zien we dat het grootste deel van de zorgmedewerkers (11,5%) op dit moment kan worden ingedeeld in de leeftijd van 26 t/m 35 met een contract van 80% of meer. In absolute cijfers komt dat neer op 64 duizend werknemers.

In deze analyse hebben we echter gezien dat extra langdurig verzuim met name de werknemers van 46 jaar en ouder treft én werknemers met een deeltijdcontract van 40%-60% of 60%-80%. In absolute cijfers valt ruim 160 duizend van de zorgwerknemers op dit moment in deze categorie, wat neerkomt op 29,2% van het totale zorgpersoneel.

CONCLUSIE

Het extra langdurig verzuim vraagt nadrukkelijk om aandacht. Steeds vaker lukt het zorgmedewerkers niet om binnen twee jaar te herstellen en hun werkzaamheden weer op te pakken. Vooral de oudere werknemer met een deeltijdcontract van veertig tot tachtig procent wordt getroffen. Dat is buitengewoon verontrustend aangezien het grootste deel van het zorgpersoneel tot deze groep behoort. Met de huidige verzuimontwikkeling lijkt het erop dat het extra langdurig verzuim nog verder toe zal nemen.